|
Het leven leeft weer alle dag
van kleine zegeningen
het feit, dat ik mijn kleinkind zag
en met mijn stoel naar buiten mag
'k geniet van kleine dingen.
Ik zie met blijdschap weer een knop
daar in mijn witte orchidee
en eet een koekje bij mijn thee
'k heb niet veel nodig: 'k ben tevree'
Vanavond zit ik voor de buis
Wie is de Mol, kijkt heel het huis
we zitten daar dan nooit alleen
hou wel van mensen om me heen.
De vrouw van kamer zeventien
wil ik voorlopig niet meer zien
die houdt het met die ouwe vent
je kent hem wel: die oude krent
die altijd wat te zeuren heeft.
Ze is al tachtig, 't ouwe mens
waar ligt voor zulke gekkigheid de grens?
ze zoenen buiten in het perk
maar gaan toch 's zondags naar de kerk
als goede Christenmensen.
Zeg Mien, schuif eens een stoeltje op
ik wil daar zitten bij Klazien
en hou nou ook een keer je kop
dan kan ik het journaal nog zien.
Verrek, zie daar die stoet eens gaan
wie is er nou weer dood gegaan?
Ach ja, het leven is maar kort
maar dat van mij kabbelt
even, nog heel even voort.
|