|
Wie ben ik?
Er zit al lood in mijn schoenen en morgen klopt de gieter aan.
Zou je zien dat ik gaten maak, of slaap je? Drink je langs alle grachten onze stilte dood? Misschien ben ik wel het enige lijk. En dicht ik mijn eigen graf.
Ik geloof dat de nagels groeien, dat het niet langer is. Slechts korter, kortst. Maar mijn wapperende rok is er nog steeds als je even overmoedig op straat gaat, en kijkt naar de rafels in mijn hoed.
Vandaag ben ik de clown, jouw gezicht, morgen ben ik je tegenligger.
|