|
De vogels buiten zijn net begonnen
een welkomstlied te fluiten
voor het licht dat wederkeert
Je slaapt, mond half open, de tanden
wit als bakens in het grijs van de nacht
streel hen met mijn tong de oneffenheden
Ogen gaan open, ik ben op heter daad betrapt
ga verloren in het glinsteren van je ogen
jouw warmte laat mij niet meer gaan
|