|
Roestig geketende schepen
zwevend op het getij
als een paringsdans
van ongeduldige vissers
die altijd lijken te vragen
Jezus, vaar met mij
ik zag het allemaal aan
drentelend langs kroeg,
kade en kerk
in de richting van een schilder
rusteloos aan het werk
die alles
in het dorp al had gezien
de tijd in beeld gevangen
maar nog immer op zoek
met een grenzeloos verlangen
toen ik dichter kwam
schreeuwde hij bijna
door mij heen
"blijf staan, blijf staan"
tot hij woordloos
in zijn schilderij verdween
|