De leuterkoning brak zijn staf
en ging een tijdje zwijgen in
het bos. Dat gaf zijn vrouw
wat lucht en hem de kans om
het geluid te horen. Het was
er al een tijdje en het kwam
steeds dichterbij.
Het klonk naar meer, dat was
een feit. Onheilspellend en
verslavend mooi tegelijk.
Hij stond daar maar. De dood
is dus een deuntje.