|
Maart
Vannacht was het raak, een kabaal niet te harden.
De katten die krolden in koor rond het huis.
Het was hartverscheurend bij vlagen en flarden,
alsof er gemoord werd door duister gespuis.
De slaap was gevlogen de rust brak aan stukken,
het jankende grauwen ging dwars door het bot.
De oren met luchtige kussens toedrukken,
bood ook geen soelaas, nee mijn nacht was kapot.
Dus Gorter zijn Mei, ja hoe mooi ook geschreven,
komt toch ietwat laat met zijn nieuwe geluid.
Ik moet aanvang maart al mijn nachtrust opgeven
door krollende katers, op zoek naar een bruid.
Adriaan van Dam
|