Hoofdmenu
    Hoofdpagina
    Gedichten
    Auteurs
    Zoeken
    Reacties
    Insturen
    Voorwaarden
    Greencard
    Contact

  Inloggen
 

  Registreren
  Wachtwoord vergeten

  Laatste 35 reacties
 
re: FEESTDiotheC...
re: Lezenwietewu...
re: Lezenwietewu...
re: FEESTSoit
re: FEESTSoit
re: vegannis...MirandaMei
re: FEESTMirandaMei
re: InktDiotheC...
re: Pasen aa...Tsila
re: Inktwijnand
re: vegannis...Erik Le...
re: vegannis...Mr.Deuce
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktBuigt
re: Inktcoolbur...
re: InktDiotheC...
re: Inktwijnand
re: Inktcoolbur...
re: Inktwijnand
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: (G)razen...coolbur...
re: Spokencoolbur...
re: De geur ...Claudel...
re: SpokenClaudel...
re: vegannis...Erik Le...
re: [30-007]...Claudel...
re: Morsewijnand
re: Herderst...coolbur...
re: Nimfomaniakcoolbur...
re: Brozen d...MirandaMei
 Meer reacties

  Laatste 25 gedichten
 
Inktcoolbur...
vegannisatieErik Le...
The African ...Claudel...
Licence to k...Claudel...
I wanna be y...Claudel...
Waar is Stev...Claudel...
alweer bijna...DiotheC...
Con-textdegon valk
Stop de tijd !!Claudel...
Tattoo you Claudel...
Zo'n dagDiotheC...
Een HuisHenk Gruys
herfst 2019augusta
FEESTSoit
Filosoof in ...Claudel...
bewegingenErik Le...
dubbellevenErik Le...
Claude Money?Claudel...
Brothers in ...Claudel...
Beast of bur...Claudel...
VogelsMarkeR
SleutelsHenk Gruys
Renee, remem...Claudel...
ViltjeSoit
Adem voor ad...seline168
 Meer gedichten
De Betovering - (slot)
 Henk Gruys - 18:00 27-08-2013 Stuur e-mail  Profiel bekijken van Henk Gruys  Bekijk statistieken van dit gedicht 

De Betovering - (slot)


Maar tante Toedela kwam meteen terug, haar hemd tegen haar naakte borst en drukte het meisje resoluut terug in haar zetel. "Alsjeblieft geen onzin in mijn huis!" riep ze toornig, "dat doe je maar waar je vandaan komt!" Zij gaf ze haar met de vrije hand nog een draai om de oren, waarop het meisje direct begon te schreien, met meelijwekkende uithalen. Maar tante was inmiddels alweer op weg naar de oude, die inmiddels klaaglijk om haar was beginnen te zeuren.
    'n Ergerlijk conflict is ontstaan, dacht Haspar, de tranen van het meisje met zekere minachting beziend. Het moet door de oververhitting komen; de hersenen zijn aan het verweken geslagen, men beheerst zich niet langer.
    Hij kon het huilen van het meisje eigenlijk niet aanzien, maar durfde ook niet naar haar toe te stappen vanwege de tante. Wat zou hij trouwens kunnen doen?
    "...Gemeen... ," snikte het meisje, "...altijd slaan! ...iedere dag. Altijd!.. Die dikke teef!!... Zie je nu hoe gestoord ze is. Verkoop 'r een DOODSCHOP voor dat uitpuillijf!! En neem mij mee hiervandaan... hier-van-daan... hier... van... daan... Van dahaan..." Bij haar gesnik tastte zij steeds smartelijk naar hem, naar zijn armen, benen, hoewel hij op minstens twee meter afstand zat.
    Van meenemen kan natuurlijk niets in komen, stelde hij vast. Als zij al zo kierewiet is! Hij wendde zich af. De sfeer hier valt steeds meer tegen, zei hij bij zichzelf, maar de hoop blijft gevestigd op een nieuwe fase in de tijd, een komend nieuw uur, met betere omstandigheden en meer vergoelijking van de een voor de ander. – Hij doofde quasi-achteloos zijn sigaret, rechtte zich uit zijn zetel en slenterde naar de voorerker, om zich wat af te zonderen.
    Aan de hemel zag hij de zwarte rookachtige wolken voorbijvliegen, als in een versnelde film. – We krijgen toch nog onweer, dacht hij. Hoogstwaarschijnlijk midzomernood, zoals dat heet. Nu, het werd tijd!
    Voor de vensters aan de overkant stonden de buren, meest oude mensen, die net als hij naar de inktzwarte lucht keken. Allen waren geheel naakt (vanwege de hitte, dacht hij), en drukten zich plat tegen het glas, zodat hun buiken en borsten op reusachtige slakken leken. Ik begrijp het nog steeds niet, mompelde Haspar, wat kan er toch veranderd zijn aan de normale gang van zaken?
    De oude man achterin de kamer uitte, na een paar korte snikjes te hebben voortgebracht, eensklaps een triomfantelijke schreeuw.
    Gelijk dat Haspar zich van het raam afkeerde, zag hij dat tante rechtop was gaan staan en de rafelige paardendeken, die was afgegleden weer over de knoken van de oude plooide.
    Haspar deed resoluut een paar stappen de kamer in.
    "Hoer, slet!" zei hij met onverschillige minachting, "ik heb het heus wel gezien hoor! Denk je dat ik me nog verder laat belazeren?"
    Hij liep op het nog steeds snikkende meisje toe en legde troostend zijn hand om haar schouder en puntige borst. "...lieve lieve Ranja," zong hij bijna, traag en toonloos, "trek je maar niets aan van dat rare wijf, zij is hysterisch, altijd al geweest, maar ìk zal je beschermen tegen haar nukken. – Heb je dat gehoord," riep hij luid tegen de tante, "ik houd je scherp in de gaten!"
    Maar tante kwam direct terug. "Ellendige mislukkeling van een neef!" zei zij. Zij hief haar hand op om hem te slaan, maar durfde dat toch niet, en zij keerde zich half. "Ja hij!" riep ze tegen het meisje. "En probeer niet om mij aan te vallen, want dat zal jullie duur komen te staan!" Ze pakte vlug de roodwitblauwe vlag, drapeerde die om haar dikke lijf en maakte ruimte met de vlag om haar heen. "Ik heb het volste recht," riep ze, "want ik ben De Nederlandse maagd!"
    Er vielen op deze ongeloofwaardige bewering enige prenten van de wand en de deurtjes van het dressoir openden en sloten zich, zonder dat er iemand aan zat. "Ik zou haar een stoot onder dat wanstaltige achterwerk moeten geven," dacht Haspar, "en daarna die vlag om haar strot wikkelen."
    De tante had zich echter weer teruggetrokken bij de oude, maar niet dan nadat zij nog even de middelvinger tegen Haspar had opgestoken. Deze liep, nu Ranja weer een beetje tot rust leek gekomen, terug naar het raam om naar het weer te kijken.
    Onweersgerommel reed al als een gigantische rolschaats over de hele hemel. Gelijk klonk hard getimmer op de voordeur. De andere leden van de familie meldden zich klaarblijkelijk, op de vlucht voor het komend natuurgeweld.
    "Daar heb je Kees en de meisjes!" riep tante Toedela tegen de oude man in de hoek. "Eindelijk, en juist op tijd!"
    Meteen daalde verrassend snel het noodweer neer over de zwarte wijk, sissend van hemelwater en ratelend van de grijze hagelklonten die als razend tegen de voorramen bonkten. Het leek op het moment wel nacht. Toch werd het weer iets lichter, of was dat verbeelding?..
    "En jij!" kreet tante tegen Haspar, "zal ik laten opsluiten zo gauw ik de kans krijg! Met die rare pokdalige rotkop van je! Houd daar goed rekening mee!"
    Ze liep naar voren of hij haar niet langer interesseerde; of niets haar meer interesseerde, maar of haar iets te binnen kwam, belangrijker dan alles wat zij nog tegen hem zou kunnen inbrengen. Ze greep de vlaggestok uit een hoek, plantte die in haar buik, hield hem schuin naar voren en dreunde twee keer met haar zware blote voet op de grond.
    Vervolgens ving zij aan met grote stappen door de kamer te marcheren, middelerwijl met verrassend geschoolde alt een lied inzettend; iets uit het lang vergeten repertoire van een diva – al kon het net zo goed ordinaire namaak zijn. Haspar vroeg zich af of het hetzelfde stuk was dat hem af en toe in de oren had geëchood; het klonk in ieder geval zeer luid. Telkens hield tante met haar vlaggestok halt voor een wand. Dan draaide zij stram-militair een kwartslag en legde opnieuw een rechte weg af, nu naar het raam.
    Kees en de drie meisjes kwamen vervolgens binnen door de gangdeur, achter elkaar op de maat van dat marsachtige lied, uit volle borst meezingend, de handen op elkaars schouders, als deden zij een polonaise. Zij hadden zich allen getooid met dierenmaskers, zelfs Kees.
    Ze formeerden een strakke rij en trokken achter elkaar langs stoelen en wanden. Van de tekst was te begrijpen dan dat het om een zekere Lowie ging die in Het Trouwbos liep, "met z'n oude vale hond." Telkens als de zangers van de groep bij een meubelstuk kwamen, deden ze als bij afspraak allen precies gelijk een stap opzij. Maar hun optocht werd er eigenlijk niet door onderbroken.
    Het lied moest bekend zijn in dit huis en zo vaak gezongen dat niemand het meer uit het hoofd hoefde te leren. Ze deden allen mee, ook Ranja. Men hoorde tante boven iedereen uit galmen. De melodie was zó eigenaardig, dat Haspar van verwondering zijn nekharen overeind voelde gaan staan. Almaar marcheerde de groep door de kamer, de meisjes stappend op stalen wieltjes, Ranja op blote voeten achter Kees met zijn kozakkenlaarzen aan. "Hij kwispelt met z'n sta-haartje!!!" Een regeltje dat in ieder couplet terugkwam. Daar leken deze gezworenen ook telkens naar uit te zien.
    Tante Toedela waggelde achteraan met haar vlaggestok. Zij kon het tempo niet bijhouden; de dikke tante, nog min of meer gewikkeld in de Nederlandse vlag, luid zingend, terwijl zij steeds meer kleren achter zich verloor.
    De zangers trokken andermaal diagonaal de kamer door, onder hen zelfs de oude, een brandende kaars in zijn hand. – "Hij kwispelt met z'n sta-haartje!!!" Maar tenslotte zochten ze, waarschijnlijk op initiatief van Kees, de gangtrap op en klosten naar boven; waarbij zij zich verdrongen om de eerste te zijn, terwijl ze maar bleven verhalen van Lowie en zijn dekselse hond.
    Het laatste dat Haspar zag, waren tantes Toedela's blote achterdelen, die bleek golfden op de maat van het meerstemmig lied. Waar was Ranja? Hij kon niets zien, wilde ook opstijgen, tree voor tree, in stijve houding als van een robot, met grote stappen, hoger en hoger... om een toespraak te houden, te vechten, of iemand uit het raam te gooien... Hij hoorde de stem van Kees die iets riep en het geluid van het elektrische broodmes dat werd aangezet... met langdurig hilarisch gebolder.
    Het onweer was nog steeds niet weggetrokken of het kwam weer terug; want het rommelde en weerlichtte. Haspar zag op de overloop het algemene schijnsel van een zoeklicht spelen, waarin de naakte contouren van Ranja verschenen. Het zingen klonk ook nog, maar steeds dun en aarzelend...
    – Tot een klievende donderslag alle licht uitdoofde...

Reactie insturen
Graag eerst...

Inloggen of Registreren

De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
2006-2024 © Bizway - BTW nr. NL821748014.B01 - KvK 28086287