|
Verlies genomen en het verlangen
koesterende handen te leggen op
wat krom gegroeid en verwrongen
uit ziel en lichaam bestaat
weer heel en nieuw gemaakt
Het nooit genoeg begint met kijken
de draad ontwarren, Ariadne noemen
vanuit het diepe duister op zoek gaan
naar het licht van Achnaton-Re
in de zwarte zeilen van het schip
Een zonnebad nemen en zich vullen
met proviand voor een lange vlucht
wij houden het lot in onze handen
nestwarmte, veiligheid en god
in een onontwarbare kluwen
Wij vieren feest zodra wij aankomen
van aardse beslommeringen bevrijd
Wij zijn rups, cocon en vlinder
vleugels getekend in kleurkrijt
door het noodlot teruggeleid
|