|
Weerbericht
Banaal toch, zoals de vale middag wordt gestut
Door een hemelplafond van vet papier waarin
Boomloze kruinen zich spruitend weerspiegelen.
Schijnheilig ook, zoals de polderwegen zich verliezen
In roomse verten, vol boers bemest zieleheil. En
Dichterbij doezelig, zoals het vee droomt,
Lomig vergeten achter draden van kwijl.
Blaffen daarom honden langs de sloten, met die rustloze koppen?
Of zijn ze hun waakzaamheid aan het zegenen?
...Ik friemel aan mijn zakdoek,
Want het begint te regenen.
|