|
Geknipt door een betrouwbare schaar
een pagekopje engelachtig babyhaar
Blijvend gekneed, de bebopscheiding
van een uitgerangeerde atleet
The lady sings the blues en zo wil zij het horen
bloempottenkoppie, muziek langs haar oren
Extravagante doctorandae, scheren hatsiekidee
een millimeter of twee van hun rugdecolleté
De coupe soleil van een gevisiteerde blonde
brengt haar het vertier, inkomsten per seconde
En een in rasta, rasta gepunnikte aalmoezenier
steekt nog een vleugje Chanson plezier
niet onder stoelen of banken
Voor wie wil swingen met rockende vetkuiven
of vunzig stillistische gehanekamde wijven
is er de coiffeur mat zijn haardrachtenfuif
vijf hoog achter, in hemels kapselparadijs.
|