|
'
o waarom hunker ik naar
daglicht, licht aan de einder
lokkende verte, ongekend, waar
telkens weer de vijandschap
gerucht van oorlog, ik heb
genoeg van ondervonden
om nog strijdlustig
laat kwaad het kwaad
afmaken, naar de duivel
maar handen af
van liefde
‘
weten niet eens meer
wat dat is
‘
‘
netraam
'
|