|
de dag erna veegt mij wat vreugdetranen
uit mijn ogen [‘k vergeet niet gisterendag
noch 't linnen waar jij jezelf geschilderd zag
zelfs niet de kaars op de gebluste maan
ontsteekt voor ons het grijze ochtendlicht]
schaduwen die ons uit 't Eden houden
verjagen wij; wij weten van een zekerheid
die ons de vruchten plukken laat uit levens-
boom, wij mogen kennis met de andere delen
ik die twee levens ken – het jouwe en het mijne -
heb het, hetgeen verzwegen wordt, gevoeld
terwijl 'k jouw schaduwen doorzoek en zelfs
’t gedempte licht jaloers zich tot ons richt
- ik weet dat elk van deze lijven stervend is
de liefde nooit, zelfs niet wanneer jij tranen
uit jouw ogen wist [niet omdat leven hier
niet eeuwig is maar omdat wij steeds dezelfde
dromen, dromen]; ik zie je zelfs nog eerder
dan dat jij jezelf herkent in 't vage van de strepen
sunset 29-04-2012
|