|
Het verleden een te nauw geworden vest
misschien geschikt om uit te halen
wollen jurkje te breien met dikke naalden
Opluchting van een vis happend naar lucht
vanuit het water lijkt elke rechte krom
tranen met tuiten, zachtzilte in de mond
Roestrode van stoffige vergankelijkheid
metalen smaak en bijten op de tong
Me weer niet in jou kunnen verplaatsen
voelen wij dezelfde torturen van voorheen
Altijd weer die vragen, waar ben je
hoe is het water zonder mij geweest
wat blijft over van de kaartenhuisjes
gemaakt uit jouw doorluchtige geest
|