|
De twee waren spekgladde knapen.
Het boterde goed tussen beiden.
Ze waren het eens, toen ze zeiden:
'We zijn voor elkander geschapen.'
Ze voelden zich prima in orde.
Veel lekkers verdween in hun mond.
Ze smulden zich letterlijk rond
en zijn dikke vrienden geworden.
Ze wisten hun hart op te halen
aan hapjes die dropen van vet.
Zo hadden ze steeds dikke pret.
Er werd niet gedacht aan betalen.
Ze maalden niet om het bedrag,
want door proletarisch te shoppen
behoefde hun lol niet niet te stoppen,
wat bleek uit hun volvette lach.
Ze bleven geolied presteren:
gesmeerd werd er door hen gegapt
en werden ze daarop betrapt,
dan wisten ze 'm tijdig te smeren.
|