|
Een oorlog woedt. De vijand boekt
succes, zodat een manschap vloekt.
De legerkardinaal is net
verzonken in een schietgebed.
Hij vindt het vloeken ongehoord:
z'n dienst te velde wordt verstoord.
Hij pakt daarom z'n dienstgeweer
en schiet pardoes de vloeker neer.
Nu is de kogel door de kerk
gezegend, dus hij doet z'n werk.
't Is treffend, hoe die kogel maakt,
dat die soldaat het vloeken staakt.
Al is vermoorden illegaal,
het wordt gedaan op grote schaal,
zodra een oorlog is verklaard.
Wat is een mensenleven waard?
De mensen die een land regeren,
zullen 't doden stimuleren,
want met een lijk is toch niks mis,
zolang het van de vijand is.
De wapenfabrikant is blij:
z'n oorlogswinst verheerlijkt hij.
Een wapenstilstand vat-ie op
als achteruitgang, dus een strop.
De pacifist met vredestaken
wil een eind aan oorlog maken.
O.W.-ers denken aan hun zaken
en willen elke vrede staken.
|