Een kleine genegenheid groeit uit
tot te groot, te diep, te intens
niet dat me dat weerhoudt
want ik ben slechts een Mens
en zoekende naar wat ik kan
of meer nog: wat ik kan missen
begrijp het niet als je niet wil
laat me achter Engelen vissen.
Tot ik één vang, wat moet ik dan?
Enkel in staat ze te vermoorden
voor ze me te kennen geeft
te geloven in mijn woorden.
Ja ik ben gek, zeg maar waanzinnig
zeg het maar in mijn gezicht
elkaar neerslaan kan toch niet
onze dwangbuizen zitten dicht.