|
een nevel-
schaduw staat
in kamers, gaat
waar grijsaards,
ganzenvleugels
in beverige hand,
de as uit ovens vegen
- het vuur brandt;
gedenk mij
fluistert ’t stof
decemberregen, sneeuw
in winterslaap de hemel grijs-
druilerig over de stroom;
uit gapende leegte
vloeit tijd over vinnen
en kieuwen van vissen,
over ijzige ogen van engelen
die neerdalen achter
een vage schemering
een nevel-
schaduw staat
in de kamer, gaat
waar vuur brandt
- gedenk mij
fluistert ’t stof.
sunset 29-12-2010
|