|
drievoudig
ze besteedde haar dagen aan het dekken van de tafel waarna ze zich zorgvuldig veegde
we werden allemaal van hout en telden het aantal voorwerpen
waarvan we het woord wisten, zelfs met één oog dichtgeknepen
wat hij niet deed na het stukje per stukje breken van nagels
en ellebogen, die tot aan onze buiken kreunden omdat wij, ledige kinderen, de vork niet herkenden
- de ontbrekende -
en onszelf in hem
|