ik zoek op de tast naar glas
dat gebroken troost biedt
naar water om een put te vullen
naar de clou van een grap
ik vloek waar zij krast
als een kraai om haar stras
naakt ongenaakbaar
behalve door mij, of toch ook hij
ik blijf leeuwen zien lopen
met bloed rond de bek
en op je mantel
waarop ik mijzelf
op mijn zwaard werp
wachtend tot je me vindt