|
Denk jij nog wel eens aan die dag?
Die regenbui,
die donderslag?
Toen zomaar in dat park
de bliksem ons raakte.
En ons daar
onafscheidelijk maakte
Nu ben je weg.
De duivel, liefste.
Weet, als het regent,
en dondert.
Dat ik treur.
En me verwonder
dat onafscheidelijk
niet eeuwig is.
Dat ik je mis
mijn liefste.
Dat ik eenzaam begrijp
dat wolken,
treurend in het duister,
soms vergeten dat zij
zelf de zon tegenhouden.
|