|
de touwslagerij
het schip bereids klaar voor vertrek wacht, een zeeman
legt nog aan met een blondje
want de nacht droomt niet van een dag. op de lijnbaan
ligt het zeel al opgerold, net te drogen naast wat fuiken
een zuipschuit onderuit tussen vissenkop en kater
als kurk, z’n strot en toot, z’n dorst
viel niet te lessen in de kroeg, alwaar hij teut de toog afbrak
de aftocht blies met een stuk
en of wat handen in z’n kraag -opgelazerd- de bierkaai vond
ook de slager wist ‘em flink te raken en nog
slaat weer een oorlam achterover aan de bar. Albers klinkt, althans
de speakers dragen zacht zijn wel beschonken stem, als afdronk
van een leven. in de Hanzestad
bruist Sankt Pauli sowieso
binst dat de trossen los gaan, überhaupt laten zeelieden zich in armen
sluiten van losbandig zwart of rood
doch verkiezen bij het krieken losgeslagen open water
http://www.youtube.com/watch?v=9FP-F3v83f8
Hans Albers: “auf de reeperbahn nachts um halb eins"
|