|
Interview met Leo
In zijn gerimpeld smal gezicht
De ogen nog vol leven
"Achtentachtig ben ik", zegt hij,
werkend aan een groot pastel
"Joodse schilder?
Ach, tot Jood word je gemaakt
Ben niet gelovig opgevoed..
U noemt mij jood..
Mijn ouders, lieve mensen
SDAP-erig van huis uit
Toch heel vroom
Wél ons sociale normen bijgebracht
Mijn vader leerde zichzelf
Frans, Duits en Engels aan
Las boeken in die talen,
zelfs filosofen!
Hij was wel intellectueel ingesteld
Ja, ik kom uit een goed gezin
In de oorlog- ik durf het bijna
niet te zeggen -
heb ik het zelfs fijn gehad nadat
ik met mijn tweelingbroer
de benen had genomen!
Heb veel mensen kunnen helpen
aan een onderduikadres..
Zoveel warmte van de mensen om mij heen...
Schuldgevoel? Ja - over mijn ouders!
Die ik helaas niet kon helpen
aan zo'n onderduikadres. Zij kwamen om
net als mijn tweelingbroer in '44...
Naar Auschwitz hebben ze hem gestuurd!
Troost? Troost??!! Troost bestaat niet!
Dat is voor een kind dat op straat valt
Zijn moeder legt een snoepje op zijn knie
dan is het over..
Voor deze wonden is geen troost
Verdragen is het enige
Of ik het GOED verdragen heb?
Verdrágen heb ik het, zeg ik, meer niet!
Troost?..
Troost is uitgevonden door een snoepfabrikant..."
N.a.v. en uitzending van de Joodse Omroep
1.2.09
en Arnon Grunbergs column in de Volkskrant van vandaag.
|