|
Zo spiegel ik naar strijd en vager
lager vrouw en niets meer man
in silhouet van wat ik zie en jij -enkel
ingesnoerd zo toebehoord aan mij
laten we ons dragen in een zweem
tweeslachtigheid verbergen voor kledij
kozend langs het dek van zijn
het haar als baard maar met jouw ogen
Ik zuig als Morgan langs uitgewrongen liefde
geflipt flatteus, getroond met stijljuweel
niemand die mijn liefste wenst of weet
Ik ben het zelf, als jutter naar mijn vragen
Ariellle, ik ben zo mooi als mij
|