"Reinigt uw wonden waarde gelovige,
uw tijd kraakt. Bezint u zich nog niet? Zonde.
Het project mens houdt niet van vertraging."
Zo sprak de dwaas en ik lachte hard en
onophoudelijk. Alsof de weg nog
richting geeft, alsof er valt te ontsnappen!
Als dominostenen richten we ons op
en grijpen naar de lucht om te blijven
staan. Schattig toch, hoe we niet willen
loslaten
En mijn lach houwde zich in woord. Zachtjes
betastte ik mijn vragen, maar voelde
slechts antwoorden. Waarop ik waarheid loog:
"Hij die leeft kust de dood op de mond, studeert
de anatomie van het orgasme, haat om lief
te hebben en heeft lief om te zwijgen."
En ik zwijg, sla de schaduw om me heen
en doorschouw de ether die trilt van
stemgegons; libellen roepen mij.