Dagelijks Nachtritme.
Het ritme van de nacht valt
onverwacht maar bekend naar binnen
geen remedie voor slaap te verzinnen
wanneer zij haar vuisten tegen mij balt.
De gordijnen bollen mijn ogen, moe
geven geen teken van het langzame verstrijken.
De tijd wandelt, ook zij zonder ommekijken
keert mij, bangelijk, de rug toe.
Geen feestgedruis zal mij ooit nog verlaten
en wanneer ik ’s middags eindelijk liggen ga
is het of ik nog steeds in die duisternis sta
van de nacht en haar dagelijkse hiaten.