|
op elk moment van dit ontvouwen
nestelen bundels gebalde pakketjes
dicht, stom hurkend in hun knoppen
dringend naar het centrum
van een geel, wit wonen rug tegen rug
vooroverbuigend op fragiele stelen
die tomeloos bloeien
- toen het begon te regenen hield ik
de volle knop in mijn te grote hand
trok opnieuw mijn jeugd door de lucht;
in het fluisteren van talloze bloemen
kleurde ik regenwolken roze
wou elke vallende druppel plukken -
de vlinders die rupsen gebleven zijn
jaag ik door wilde hordes van verlangen;
diep in mij stuk, vertrapt, onaangeraakt
laat ik het onverteerde en de rozen staan
al dat waaraan 'k als kind ben doodgegaan
sunset 26-02-2012
|