|
ik won homoioteleuton geen boek wel Anouk gij zijt asyndetongegoten, goed gevormd ik neem u polysyndeton in de zomer in de poes in de grond in gedachten stel ons kruis we trekken samen van chiasme tot orgasme en gij trekt mij tot orgasme, van chiasmes geen woord en geen slappe koord, waarop wat rijm wordt verwoord strofe ana, ouk an, verdraai mij, ik tol al van liefde, liefje mijn en aai mij, of beter nog: begaai mij, zeug ma en mij, met zachte vulgarismen kom cataclysme, stort over mij uw vloed, eet mijn tmesis op, als we samen op een tropos eiland de brui in de golven gooien en onze tijd in mekaar verdrijven 't schoonste der wijven, dat zijt gij in elke prolepsis (gooi thesen aan de kant, 'k wil paren) gij borstbeeld pars pro toto, gij mijn levensmotto (waarvoor men sterven kunnen moet), gij personificatie van mijn begerig bloed, gij pluimvolle collectie perifrasen, in elke omschrijving zijt gij de hypostase, alles moogt ge zijn behalve een fase elk parallellisme is me meer waard, ik de dwaze, gij vis me zeewaarts een paradox, ah, geen mening, mijn waarheid is verstening (van zand) beadem mij, oxidatie, oxymoron, gij grenzeloos land met litotes kan ik niet slecht dichten, doch wie zal er voor zwoeging zwichten gij werd er niet door gekraakt, diep heeft uw inversie me geraakt tot ik hyperbolen huilde, woorden die ik allen meende in hoog verdriet, en al lage torens die niet vergeelden, uw ziel die me niet verliet ik wilde slapen, eufemistisch, beter een ellips........ stil uw letters in mijn oor, knabbel maar grabbel maar, dysfemistisch als ik door uw tetten boor! goor, anticlimax, uw warm klimaat, de climax, geen syntax, geen zintaks, wouden woorden strooien, u vol vreugde gooien met onomatopees, klapperklapper hoezee, de buren kraken mee, assonant meer leven, ge doet me zweven, ik zwoer archaïsch op uw naam, deerne, kom op en eer me, half zoveel als ik u, ga in me op, nu niet uit mekaar als antithese, wij moeten vlezen, stoten, gij met druppels mij overgoten, ik uit de beelden in uw grot ontsproten, ons bed tot drakenhuid geanimaliseerd ons zijn als anafoor verteerd, ons zijn verworven, ons zijn gevochten, samen gestorven, meermaals vervlochten gij accumulatio van adem, arbeid, zaaien, maaitijd, benen, uitgespreid, vliegen, vruchtbaarheid gij liefde, waar is de tijd die uw bestaan in mij griefde waar is mijn hart waar gij staat voor altijd waar is bevrijd bevrijd de waarheid, gij! (en ik in u)
|