De 120 dagen van Sodom
Ik las de "120 dagen van Sodom" van Marquis de Sade.
Het leven is marteling.
Het leven wordt dezer dagen, onder de verbrijzelende vuist der mens voortvloeiend uit zijn eeuwige bemoeizuchtigheid, omgezet tot een marteltuig der natuur en een tuin van wrede en misdadige lusten. Volgens overlevering verloor de kerk haar gezag aan 's mensen eeuwige ondeugd en aan het “bandeloze intellect” - zij verloor ergo haar macht aan de ongelovige zo goed als aan de "chaos van het vrijdenken". De gedisciplineerde vrijheid der deugd is heden ten dagen een kunstvorm en het substituut voor religie. Ik geloof in ondeugd, ik geloof eveneens in deugd; ik geloof in God maar evenzeer in het doorbreken van de heiligste taboes - tevens geloof ik in door de mens verordonneerde wetten. Ik beging woordelijke vijandigheid en polemieken jegens velen. Ik schrijf over misdaad, in het bijzonder de misdaad van ongeloof met betrekking tot omstreden “ondeugden”, die de wet tarten. Degene die deze onwettelijkheden begaat is een misdadiger en wordt voor zijn daden berecht - in de literatuur evenwel leidt dit fenomeen tot navolging door de kunstenaar die deze onwettelijkheden beschrijft. Ik ben een schrijver. Ik schrijf over misdaad, ik bedrijf de misdaad met woorden, ik schep een verhaal. Gezeten achter mijn typmachine overdenk ik hoe ik mijn leven leid en lijd in dit leven als gevolg van mijn perversies en mijn chronische pijnen: ik wil mijn perversies botvieren, maar waarin kan ik mijn wellustige werkelijkheid vinden? Kan ik mijn wrede lusten botvieren op een open marktplein? Waar de briljante zon schijnt? Nee. Niettemin ondervind ik ook enige depressie in mijn gemoed – namelijk een van naturen aanwezige samenhang met Rachmaninov, componist van klassiek melancholische muziek, waarvan de droeve klanken desolaat en melancholisch aandoen. Maar waarom zou dan de wereld van depressieve klanken niet voldoen? Ik heb eveneens een samenhang met Tchaikovsky, de muzikale geweldpleging van de “Slavische Mars” vind ik nog mooier wanneer ik mijn werk verricht in mijn atelier. De natuurlijke lusten samengaand met grote klasse. De wereld van een kunstenaar is een wereld van lijden en pijn, armoede, depressie... Maar eveneens is het een vurige strijd! Ik nam de menselijke natuur die wreedaardigheid voortbrengt waar, zag de natuur vergaan. De hypocrieten leerden ontkenning. Wij leren het schrijven. De natuur verging, takken verdorden, bladeren verwelkten en de kale vlaktes waren een lust voor het oog
Ik verwerp ik verspil en ik lach tot ik sterf.