|
gij magisch realisme, mis me maar, dan zal ik smelten, met het poolijs dezer dagen en het daagt me dat ik in u drijf, dat ik in u vlinderslagen zwem dat gij de stem van oude klokken slaat, in ademslagen, het spokenuur, als wij 's nachts de graven dwalen, van dode liefde, van klamme liefde, van door liefde gesneden gebeentes
't is in de holten van de nacht dat ik u verstop, dat ik u vergaar, en brei, een zacht vervolgje, een teder wolkje melk, in koffie om u wakker te houden.... als ik wakker ben dan hou ik, van u, en m'n gedachten stil, of ze draaien veel te luid, en ze sleuren ganse werelden mee... kom hier gedwee en laat u wiegen, kom bij mij en ik splijt uw slaap
en die rondvaart door u, die wil ik betalen, met centjes van eeuwige trouw, en al zwemmen er haaien, ik zal ze weldoordacht de muil inslaan, en hun darmen traagjes binnenslurpen
nu ja, het kan ook vredevoller als ik maar niet afdwaal... afdwaal van uw warmte, gij mijn klimaat, ik zag u, viel frontaal, ik zag u en ik zwoof de twijfel stoof warm weg uiteen wij samen
|