|
veertien, hij blaast verbaasd over de stoom die zijn lijf blijft teisteren al heeft hij voor iedere vraag een antwoord dat hem zint
veertien, ze bloost verdoofd door zijn attenties onstuimig op haar wang geplet met zijn feilloze handen op haar uitdeinende vrouwelijkheid
veer tien vertrekt, met hem zijn standpunten, zijn trots hij zal eindelijk leren zingen als ieder maatschappelijk vogeltje zo vrij als het kooitje groot
vijftien de beloning
|