|
Het vlakke land, de poldersloten,
door slinkse slopers opgekocht.
Hun niet te stuiten hongertocht
naar geld en macht is onverdroten.
De koe moet weg, alsook het groen
voor de waanzinnig grootse plannen
van niets ontziende vastgoedmannen
die zich zien zwemmen in de poen.
De luchtverkoper zal zich roeren,
met woonmodel op minischaal
en een bedrieglijk goed verhaal.
Zo overtuigt hij snel de boeren.
De kater kwam een jaartje later,
toen stond het boertje onder water.
|