|
De man die bij mijn hek staat, naast de berk
Is oud en mager, bleek en zwart gejast
Een eender pak draag ik, naar ik bemerk
Ik schrik. Ik schouw en vind het ongepast
Net nu het droef geschuifel naar de kerk
Versterft en dan, de dood bij mij te gast?
Ik zie mezelf toch graag nog zonder zerk
En leid hem om de tuin, een duivels werk!
|