|
moeder zei te laat ` haveloos ventje`
en hij riep stom wijf ik was op zoek
dus gilde zij, ja vast naar een centje
in je ouwe heer`s spijkerbroek
ach moeder, al was het de jouwe
je bent gewoon een ouwe zeur
en ik inmiddels een ijskouwe
ik verschiet van niks nog van kleur
Jatje had een stel dievenklauwen
en louche vrienden op iedere hoek
die hielpen hem graag met sjouwen
jatten was voor dat stel gesneden koek
zijn moeder stal hij uit de kleren
ze kon hem niet aan, hij was verslaafd
en pa kon het allemaal niet deren
die liep los rond als hoogbegaafd
Jatje snoof de geur van de goot
stal een bloemenkraam aan de poort
van het kerkhof en liep daar morsdood
niemand heeft ooit de ware toedracht gehoord
zijn moeder zit uitgekleed in een kliniek
pa is met de camper naar Amerika
de hele familie werd gratis geestesziek
op Jatje met z`n korte broekie na
|