Jacob und Das Kapital
De baron had er geen problemen mee zich af te geven met de lagere standen. Maar Juana had een paringsritueel dat hij niet onmiddellijk kon wisselen.
Thuis op de manor was geslachtsgemeenschap iets voor zon- en feestdagen.
Jacob had geen last van dergelijke remmingen. Zijn probleen was gelegen in het beheersen van een dergelijke ontwikkeling. Hij vermoedde dat als Juana eenmaal los ging er geen houden meer aan was en hij bepaalde graag zijn eigen vrije-tijds besteding.
Juana zag dat alles aan en had een fijn gevoel voor de mannelijke psychae. Ze glimlachte. Haar tijd kwam nog wel, maar voor dit moment was het beter even een sweater aan te trekken. De losse mouwen werkten nu contra-productief. Ze ging te dien einde naar binnen.
Mr. Benton-Mostbridge praatte voor zich uit. ‘A shame. When people can improve life and they refuse to co-operate.’
Jacob keek rond naar de toppen der platanen. ‘A shame. When people do not know the value of poverty.’
Oliver knikte. 'Yes. But some people have a different view. The really poor. De onder-laag van de maatschappij.’
Hier moest Jacob even over nadenken. Verbetering van leven. Wiens leven.
‘Jij was toch in Polen? Maar Erica is dood. En verdere verwanten heb ik niet. Zij was de laatst overlevende van de tak.’
Oliver knikte. ‘Maar ze heeft wel wat achter gelaten. Instructies. Onder andere.’
‘Voor wie?’
’In eerste intantie voor mij. Als zaakgelastigde. Tot ik het kan overdragen.’
‘Waarom jij?’
‘Ik ben geen oude adel. I am a baron only by Her Majesty’s approval. Ik ben geboren in Minsk.’
Jacob dacht na. Erica had in Minsk gewoond, als kind. ‘Dan heb je je aardig aangepast.’
Oliver glimlachte. ‘Mimicri heet dat in de dierenwereld. Een overlevingsinstrument.’
Jacob keek achter zich en zag Juana geleund uit het keukenraam.
‘Meid. Ben je bezig? Behalve met afluisteren.’
Juana lachte breed. ‘Heb je me nodig.’
‘Ja, kom er maar even bij. Ik red het alleen niet meer. Deze meneer hier gaat mij boven de macht. Hij is niet wie hij voorgeeft te zijn.’
De dame lachte. ‘Merk je dat nu pas?’
Jacob keek wat sullig voor zich. ‘Van nature vertrouw ik de mensen.’
Juana glimlachte. ‘Dat weet ik. Maar geloof mij maar, hier kan dat geen kwaad.’
Benton ging overeind zitten. ‘Ken je Karl Marx, Jacob?’
‘Die van Das Kapital?’
‘Dezelfde.’
‘Ja, natuurlijk.’
Jacob keek bedenkelijk. ‘Bedoel jij wat ik denk dat je bedoelt?’
Oliver knikte. ‘Ja. Je hebt een vermogen tot je beschikking.’
‘Vermogen? Zoiets als met vijf cijfers?’
‘Doe er nog maar een bij.’
Jacob stond op.’Ga je even mee, Diana.’
Die ontwaakte uit een diepe hondenslaap en kwam stram overeind. Jacob liep met haar het pleintje op.
Juana keek Oliver aan. ‘Die man is totaal ondersteboven.’
Oliver knikte. ‘Ja, maar ik ben blij dat we nu eindelijk wat meer open kunnen zijn. Het hing als een molensteen om mijn nek.’
Hij zag er ontdaan uit, vond Juana. Ze zag Jacob het plein aflopen naar de Rue Du Port. Die zou voorlopig niet terugkomen.
Ze stond op. ‘Weet je wat jij moet doen?’
Oliver schudde het hoofd.
‘Nou, jij moet nu even met mij naar binnen gaan. Dan zal ik je wat opbeuren.’
Oliver stond wezenloos maar gehoorzaam op. Juana wist dat troost een effectief aphrodisiac was.
En zo kreeg ze alsnog haar zin, maar ze moest zich wel haasten. Jacob kon niet eeuwig aan de haven blijven.
h.