Jacob en Ollie
De heren liepen langzaam naar het tafeltje, waar Juana stond te wachten.
‘Hoe heet u eigenlijk?’
Jacob wilde even orde op zaken stellen. Hij Jacob Meister? Prima, maar dan moest ook de heer zich onthullen
‘My name?’ Een kleine correctie.
‘Ja. Hoe wordt u genoemd.’ Jacob was niet makkelijk te imponeren.
‘Oliver baron Benton-Mostbridge.’
‘And when you’re at home? Ollie?’
Beide heren keken elkaar glimlachend aan. De eerste ronde was onbeslist.
Ze liepen door over het pleintje. In het midden lag een stuk waar de dorpsmensen ’s avonds hun partijtje jeu-de-boule speelden. In de hoek lag nog een setje ballen. In het dorp kon dat; gestolen werd er niet. De enkele toerist die dat vorig jaar probeerde, heeft nog maanden thuis met een wandelstok gelopen.
De baron pakte de ballen, woog ze in de hand en legde de but in het midden.
Hij kromde licht de knieën, draaide de bal, gooide en de but lag vervolgens aan het eind van het speelveldje.
Hij draaide zich om naar Jacob.
‘Vous? C’est un bon parcours.’
Die schudde het hoofd. Hij ging alleen een strijd aan als hij zeker was van de winst. Sportiviteit was hem vreemd. Daar was ook zijn leven niet naar geweest. Meegeven, terugkomen en dan onverwacht je slag slaan, dat was zijn werkwijze. En hij leefde nog, ondanks alles. Het bewijs van zijn gelijk. And to hell with the loser.
‘Wat mag ik u aanbieden, Mr. Benton?’
‘Een mineraalwater alstublieft. Ik moet nog rijden.’
Ach gut, de chauffeur was zeker ziek, dacht Jacob.
Juana ging naar binnen om de gevraagde lafenis te halen. De rokken-uitzwaai trok de belangstelling van Heer Olivier.
‘Danst u?’
‘Als het zo te pas komt, soms. In privé kring.’
Daar moest Olivier even over nadenken. ‘Op muziek?’
‘Soms. Ook wel zonder. Alstublieft, uw water.’’
‘Neemt u zelf ook wat.’
Juana liep met zwaaiende rok de bistro weer in.
Mr. Oliver draaide zich naar Jacob. ‘Tzigane?’
Jacob knikte.
‘Dan passen jullie wel bij elkaar.’
Jacob schudde heftig van nee. ‘De vrouw is levensgevaarlijk.’
Juana had dat laatste gehoord en draaide zich om. ‘Jij weet niet hoe ik moet worden geleid.’
‘Nee, en dat wou ik maar zo laten ook.’
Juana en Oliver lachte hartelijk unisoon.
Jacob ging eens wat meer onderuit zitten. De heer Ollie was bezig een alliantie te smeden.
Juana was weer even naar binnen gegaan. Toen ze weer kwam aan gegleden, had ze een doorzichtige wijdvallende blouse aangetrokken.
De edelman keek daar schuins naar. Driften zijn van alle standen. Anders zouden ze ook niet in tact blijven.
Ze had ook een fles oude cognac bij zich met bijbehorende bolle glazen. ‘Als uw water op is’, zei ze.
Mr. Benton sloeg ietwat nerveus de knieën over elkaar. Juana schonk zorgvuldig de glazen in. De straal ging langs de wanden en liet een lichtbruine zweem achter.
Ze nam een stoel. ’Zo, ik kom er even gezellig bij zitten. Jullie doen zo somber.’
Ze haalde diep en effectief adem.
De heren waren weerloos. Jacob hoopte dat haar attenties op de edelman waren gericht. Hijzelf had een diepgewortelde vrees voor haar, onlogisch gemengd met questieuze gedachten.
‘À votre santé’, zei ze en hief het glas voldoende hoog dat de wijde mouw van de blouse langzaam tot aan de oksel teruggleed. Juana had voldoende aan indicaties.
h.