|
Er zijn teveel kapers voor de kus
van de zeemeermin die lonkt
glimlachend naar de stuurlui
in dit maritiem café.
Geen van hen wil landrot zijn,
iedereen wil varen.
En dus sturen zij hun boten
en masse tegen de golven in
Tot zij elkaar rammen, en
in de woeste zee vergaan.
De zeemeermin kijkt glimlachend toe,
tot Neptunus haar tot zich roept.
Dan haast zij zich naar zijn armen,
om de quid pro quo te ontvangen.
|