Op straat
Er loopt een oude vrouw
zomaar door de regen
Fier rechtop haar grijze hoofd
‘Ik kan er tegen’
Waarom toch, denk ik,
- warm en droog achter glas-
Loopt zo’n oude vrouw
blijmoedig door een regenplas
Nauwelijks is zij nog zichtbaar
terwijl het nu echt hozen gaat
Weerklinkt er tussen vallende droppels
een luid gelach op straat