Woorden.
Wij kennen zoveel woorden meer
dan vijftig jaar geleden.
Zo’n vijfhonderd, dat was het dan.
Waarmee wij het toen deden.
Nu praten wij subliem, subtiel.
Erudiet, inventief ons aller kunne.
Zelfs van Daele eens zo dik.
Is voor ons straks de dunne.
Mijn moederke, zij las niet veel.
Zij schreef noch boek noch brief.
Maar met haar ogen zei ze mij.
Mijn zoon ik heb je lief.