Toen ik haar wilde schilderen,
stal ik de kleuren van de regenboog
en nog was mijn palet te klein.
Toen ik haar wilde beeldhouwen,
was de steen te hard
om haar zachte vormen weer te geven.
Toen ik haar wilde boetseren,
beefde mijn handen te zeer
wanneer mijn vingers langs haar leest gleden.
Toen ik haar teder nam,
was de tijd te kort
om duizend jaar van haar liefde te genieten.