|
Je vroeg of ik honger had
het was in jouw keuken
Van een restje soldatenbonen
vers gesneden groenten uit de hof
sneden pompoenpitten brood
maakte jij een volledig maal
vulde een glas met water uit de put
Je bleef maar naar me kijken
terwijl ik dronk en langzaam at
Er gleed een traan over jouw wang
vroeg waar ik zolang was gebleven
of ik nog een boontje voor je had
Ik knikte, het was zo vertrouwd
veilig hier in de warmte te zijn
de koude buiten te laten
mijn gezicht in het glas te zien
ontdekken wie was achtergelaten
in dit huis, deze keuken, jouw ogen
|