soms, op vochtige dagen ruik ik ze nog
de oksels van margriet bos, een uurtje
voor ik haar op de korrel nam, trefbal
die ongemeen fijne plof op weke delen
geen groter genot, de volgende ochtend
als ze me haar beurse plekken liet zien
verholen glimlach: je bent een rotjongen
dan zoenden we het af, geheim verbond
hoorde laatst dat ze nu oprecht gelooft
in een lichte vorm van god, vrijzinnig
tot op het bot, ze had altijd goede handen
soms is het leven verdomd geen straf