|
'Ik vind', zei Sofie – heel rechtvaardig -
'een dier en een plant gelijkwaardig.'
Gelijk een bekwame
jurist was de dame
diervriendelijk, maar ook plantaardig.
Dit standpunt ging zij honoreren
als puber. 't Was niet te verteren
door 't ouderpaar, want
ze crepeerde: geen plant
en geen dier wou ze toen consumeren.
|