Bloot is anders. Zon verwildert
goede zeden. Vroom trek ik een
broek aan. Duister zijn mijn
daden binnenshuis.
Kon ik blonde vrouwen krijgen
uit de film, dan zou ik hijgen
als een hond. En die broek ging
van mijn kont.
Ik wil een beetje praten en de
zekerheid dat ze me kent.
Ik ben geen vent in daden.
Knuffel me maar dood.
Oh wee echter als zij ineens
de zwakste blijkt in zijn:
Regerend als een milde vorst
eet ik de pijn als brood.
en wil niet dood, nog lang niet.
Ik schaaf mijn jaren af aan
blikken die alleen maar smeken
om het graf.
Zou ik een zorger zijn en toch
mijn roeping misgelopen, steeds
dat jagen naar gevoel en daarop
schelden?
Neen, ik ben een burgerman en
draaf door idealen als een
lul zonder condoom. Da's beter
om te plassen.