Hoofdmenu
    Hoofdpagina
    Gedichten
    Auteurs
    Zoeken
    Reacties
    Insturen
    Voorwaarden
    Greencard
    Contact

  Inloggen
 

  Registreren
  Wachtwoord vergeten

  Laatste 35 reacties
 
re: FEESTDiotheC...
re: Lezenwietewu...
re: Lezenwietewu...
re: FEESTSoit
re: FEESTSoit
re: vegannis...MirandaMei
re: FEESTMirandaMei
re: InktDiotheC...
re: Pasen aa...Tsila
re: Inktwijnand
re: vegannis...Erik Le...
re: vegannis...Mr.Deuce
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktBuigt
re: Inktcoolbur...
re: InktDiotheC...
re: Inktwijnand
re: Inktcoolbur...
re: Inktwijnand
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: (G)razen...coolbur...
re: Spokencoolbur...
re: De geur ...Claudel...
re: SpokenClaudel...
re: vegannis...Erik Le...
re: [30-007]...Claudel...
re: Morsewijnand
re: Herderst...coolbur...
re: Nimfomaniakcoolbur...
re: Brozen d...MirandaMei
 Meer reacties

  Laatste 25 gedichten
 
Inktcoolbur...
vegannisatieErik Le...
The African ...Claudel...
Licence to k...Claudel...
I wanna be y...Claudel...
Waar is Stev...Claudel...
alweer bijna...DiotheC...
Con-textdegon valk
Stop de tijd !!Claudel...
Tattoo you Claudel...
Zo'n dagDiotheC...
Een HuisHenk Gruys
herfst 2019augusta
FEESTSoit
Filosoof in ...Claudel...
bewegingenErik Le...
dubbellevenErik Le...
Claude Money?Claudel...
Brothers in ...Claudel...
Beast of bur...Claudel...
VogelsMarkeR
SleutelsHenk Gruys
Renee, remem...Claudel...
ViltjeSoit
Adem voor ad...seline168
 Meer gedichten
Crisis (de machteloosheid van een engel)
 nico - 14:25 13-01-2006 Stuur e-mail  Profiel bekijken van nico  Bekijk statistieken van dit gedicht 

Het miezert wat, daarbeneden. Vale vitrages voor het raam lijken alle kleur tegen te houden. Hij kijkt naar buiten, naar beneden, vloekt. Drie verdiepingen lager lopen mensen met kromme rug in hun regenjas door de straten. "Wat een verschrikkelijk pestpokkenweer", mompelt hij. Hij keert zich om, loopt van het raam weg en begeeft zich naar een andere kamer. Zijn atelier.

Maar je hoeft geen medelijden met hem te hebben. Nee, heb liever medelijden met mij! Want er lopen miljarden mensen rond op aarde. Word ik uitgerekend aan déze mens gekoppeld! Nee, hier valt voor mij geen eer te behalen. Geen enkele suggestie pikt hij op. Als ik niet zo plichtsgetrouw was, had ik al jaren geleden de handdoek in de ring gegooid. Niet alleen omdat hij niet vatbaar is voor suggesties. Nee, erger nog: het is werkelijk een verschrikkelijk mens, een opgeblazen, ziekelijk ventje. Ik zeg zoiets niet gauw van iemand, daarom ben ik er nu misschien wel te laat mee. Misschien had ik al eerder moeten zeggen dat hij iemand is die altijd wel een reden weet te verzinnen om iets moois kapot te klagen. En ook in het omgekeerde is hij sterk, in het ophemelen van de hel. Zulke mensen heb je, geloof me.
Misschien had ik eerder hulp moeten zoeken, niet blindelings moeten vertrouwen op een goede afloop. Want laten we wel wezen, zo’n somber weer is het niet eens. Het miezert wat. Het had veel erger gekund. Maar voor het opgeblazen, ziekelijk ventje is het weer al meer dan somber. Je zou die ontevreden uitdrukking op zijn tronie eens moeten zien. Mondhoeken afkeurend naar beneden, diepe frons tussen zijn valse ogen, en o wat voelt hij zich miskend. Een miskend talent, een gesmoord genie. Anderen vinden zijn talenten te mager om van te kunnen leven. Zij hebben gelijk maar, eigenwijs als hij is, hij meent beter te weten.

Hij pakt een kwast en begint wat voor zich uit te kwasten. Eenzaamheid, miskenning, crisis, frustratie, het druipt van het doek af.

En dan dat kunstenaarsschap van hem. Echt, het lijkt nergens naar, de honden zouden er geen droog brood van lusten. Maar zeg dat niet tegen hem, want hij beschouwt dat als een compliment. Dat komt door zijn zogenaamde visie op het kunstenaar-zijn. Weerspiegel de samenleving, dat is zijn ideaal als kunstenaar, dat is waar hij zich mee bezig houdt: geef je tijdgenoten de kunst die zij verdienen. En aan de samenleving mankeert nogal wat, vindt hij. Dus maakt hij gemankeerde schilderijtjes.

Hij houdt even op en kijkt geconcentreerd naar het doek voor hem. En klapt.
"Prachtig prachtig prachtig!", roept hij uit. "Waarom ziet niemand toch hoe mooi dit is? Helemaal van deze tijd. Mensen mensen mensen, in wat voor wereld leven we toch?! Moet ik eerst doodgaan om de erkenning te krijgen die ik verdien?"


Wat een optimist. Ik kan je verzekeren, dat dát niet voor hem is weggelegd. Hij zou daar trouwens ook geen genoegen mee nemen. De gedachte aan een postuum eerbetoon zint hem helemaal niet. Nee, hier en nu wil hij rijkelijk worden beloond voor de spiegel die hij zijn generatie voor houdt. Natuurlijk, wel even graag klinkende munt ontvangen voor je ideaal.

De voordeurbel haalt hem uit zijn gedachtengal. Hij kijkt om. Een diepe frons verschijnt op zijn gelaat. Hij loopt naar de deur en doet open.

Mijn God, er staat werkelijk een alleraardigst meisje voor de deur. Tenminste, als je daar oog voor hebt. Ze heeft pretoogjes, ziet er verzorgd uit, en - het grootste verschil - ze lijkt te genieten van het leven. Maar hij ziet dat niet, verblind als hij is door zijn chagrijn. Misschien moet ik haar waarschuwen.

“Hallo,” zegt ze, “mag ik mij even voorstellen? Ik ben Mirjam en ik ben je zusje. Aangenaam.”
Hij neemt haar ongegeneerd op.

Het duurt even, maar dan ziet hij de verschillen. Ze lijkt wel uit een andere wereld te komen, zo fris en frivool als ze eruit ziet. Maar ach, denkt hij, over vijftig jaar ziet ze er net zo gerimpeld en afgeleefd uit als ik. De tijd beschouwt hij als zijn trouwste bondgenoot die alle schoonheid en jeugd uitwist. O, dit soort gedachten veráfschuw ik. Ik kan er niet meer tegen!

Mirjam kijkt hem trappelend van ongeduld aan. Ze schudt haar paraplu uit in het trapportaal en werpt een nieuwsgierige blik naar binnen.
“Zeg, mag ik niet even binnen komen?”, vraagt ze. “We moeten maar eens kennismaken, vind ik. Kun je me niet wat aanbieden? Een kopje koffie met gebak lijkt me wel lekker.”
“Koffie met gebak?”, herhaalt hij. “Ach ja, we hebben het allemaal breed hangen. Mens, ik heb nog geen stok om mijn kont mee te krabben! Maar natuurlijk, koffie met gebak moet zeker geen probleem zijn.” Hij kijkt haar kwaad aan en vervolgt blaffend: “Mens, het is crisis! Koffie met gebak, dat heb ik in geen weken gehad. Water en droog brood ja, dát ken ik!”
Plots komt er een andere blik in zijn ogen, en zijn stem wordt wat zachter.

Mirjam meisje, kijk toch uit! Hij denkt dat er wat te halen valt!

“Maar weet je wat?”, vraagt hij haar op een zoete toon, en gaat in één adem door, zonder op haar antwoord te wachten. “Als jij me nu eens trakteert. Dan gaan we samen naar het koffiehuis. Hebben we het daar over onze bloedverwantschap. Even wachten, dan pak ik mijn jas.”

Zie je wel?

Hij snelt de kamer in om zijn jas te pakken.
Zwijgend lopen ze naar het koffiehuis. Bij het raam vinden ze een plekje en hij bestelt een vorstelijk ontbijt.

Je kunt merken dat hij zijn ideaal even heeft thuisgelaten, want die had zich met zo’n onfatsoenlijke en decadente schranspartij geen raad geweten, zeker niet in deze tijd van crisis.

Hij kijkt haar aan. “Zo. Dus jij bent mijn zusje. Mijn vader heeft mij nooit wat over jou verteld”, zegt hij en propt een broodje in zijn mond.
“Dat zou best kunnen”, antwoordt Mirjam luchtig. “Ik ben buitenechtelijk. Ja, pappie was...”

Oei, dat is pijnlijk. Hij heeft pappie namelijk op een onaantastbaar voetstuk geplaatst, waar hij niet aan wíl komen, en een ander niet aan mág komen. Ik voel de woede die in hem opwelt. En hoe hij met weemoed en pijn in zijn hart terugdenkt aan zijn vader; aan zijn zo vroeg gestorven vader. Zijn vader, die hem de liefde voor de natuur heeft bijgebracht, die hem een harde, maar eerlijke opvoeding heeft gegeven, enkel en alleen uit liefde, onder het christelijke motto: wie ik liefheb, kastijd ik.
Wist hij veel dat zijn pappie ook degenen die hij níét liefhad, kastijdde? Voor deze suggestie heeft hij al jaren zijn oren dichtgehouden. Hoe doof moet je zijn om te geloven dat jouw leugen de realiteit is? Ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee, ik weet alleen dat het dit schildertje is gelukt zo enorm oostindisch doof te zijn. Die gedachten aan zijn vader, ik kan ze niet meer velen! Hij ziet niet dat zijn pappie een despoot was die zijn gezin terroriseerde, maar denkt terug aan zijn vader als streng doch rechtvaardig, als degene die een man van hem heeft gemaakt, niet door hem dogma’s bij te brengen, maar normen en waarden, hoogstaande idealen. Zijn pappie kende geen twijfels, en duldde daarom absoluut geen tegenspraak als het ging om principes die voor elk mens belangrijk zijn, en waar hij zijn leven voor zou willen geven. Zo’n pappie, voor wie het gezinsleven heilig was, zou ’t hebben gedaan met een wildvreemde mevrouw? Absoluut gelogen! Tenminste, als je doof en blind bent - contactgestoord - en absoluut geen tegenspraak duldt; dan doe je ’t af als één grote leugen.
Doodzonde eigenlijk. Ik heb het zo vaak geprobeerd om hem de schellen van z’n ogen te rukken. Ik zou nu mijn linkervleugel geven als hij bereid was om te luisteren naar wat Mirjam hem wil vertellen. Als hij daar een beetje voor open stond, al was het maar op een heel klein kiertje. Of dat hij iets zou zeggen in de trant van ‘goh wat een snoeperd was die pa van ons toch’. Dat zou deze geschiedenis een heel ander verloop geven.
God, doe toch iets! Helaas, God gehoorzaamt niet en mompelt iets over vrije wil en zelfbeschikkingsrecht, en er gebeurt niets van dit alles. En ik, ik sta erbij en ik kijk ernaar.
Mijn God, wat voel ik me machteloos. Het is om radeloos van te worden hem te moeten aanhoren zonder te mogen ingrijpen. Ondraaglijk bijna.

Met een scherpe klank in zijn stem valt hij Mirjam in de rede. “Hoe durf je zo over mijn vader te spreken!”, sist hij. “Waar haal je het lef vandaan om mij op te zoeken en me lastig te vallen met deze praat over mijn vader - God hebbe zijn ziel. Mijn vader...”
“Onze vader”, corrigeert Mirjam hem. Ze moet lachen om zijn woedeaanval.

Nee, ze is niet op d’r mondje gevallen. Maar kijk toch uit Mirjam, je weet niet wie je voor je hebt!

“Je moet weten,” zegt ze, “hij is ook mijn vader. Maar wat ik wilde zeggen, voordat jij me met volle mond in de rede viel: hij heeft dus een affaire met mijn moeder gehad. Ik ben daar de bekroning van. Maar na mijn geboorte was ma hem gauw zat. Nogal een dwingelandje hè, onze pappie. Hij dacht mijn moeder in alles de les te kunnen lezen. Moet je net mijn moeder hebben. Die laat zo’n ongelikte beer als onze pappie niet zomaar over d’r heen lopen.”
“Onze pappie, hou op! Míjn pa!”, briest hij. Hij begint enigszins te stotteren. Het lijkt wel of al het bloed hem naar het hoofd stijgt, aan zijn slapen verschijnen van die blauwe adertjes. “Mijn vader was een vent, een kerel! Hij liet zich niets zeggen. Hij...”
“Precies!”, interrumpeert Mirjam. “Dat was pappie ten voeten uit. Stuurs, autoritair en onhandelbaar. Weet je wat mijn moeder over hem vertelde? Dat hij in het begin zo heel anders was. Toen króóp hij voor mijn moeder. Alles deed hij voor een greintje genegenheid. En zodra ze toegaf, sloeg hij om als een blad aan een boom. Dan werd hij precies zoals jij hem net beschreef. Liet die zich niets zeggen. En weet je wat ik denk? Volgens mij zat hij achter mijn moeders centen aan. Je moet weten, mijn moeder is nogal rijk. Nogal behóórlijk rijk. Heb je wel eens gehoord van de firma Kauffman & Cohen? Mijn moeder heeft daar een meerderheidsbelang in. Nou, en ik denk dat jouw vader dáár weer zijn aandeel van wilde. Waarschijnlijk zit dat in de mannelijke chromosomen van de familie, want jij zit nu ook lekker op mijn kosten te bikken, nietwaar halfbroertje van me?”
Het halfbroertje begint helemaal te trillen.

En dat alleen maar omdat Mirjam hem een spiegel voorhoudt, en hij verblindt raakt door de weerkaatsing van zijn eigen afgunst. Ze doet hem pijn - of nee, ik moet zeggen: hij doet zichzelf pijn en verwijt dat haar. Geloof me, je hebt mensen van vlees en bloed die hun eigen aanblik niet kunnen velen. Als je ze laat zien wie ze werkelijk zijn, wenden ze vol afgrijzen hun gelaat, en kun je erop rekenen dat ze je de wind van voren geven. ‘Zo ben ik helemaal niet,’ reageren ze dan, ‘hoe durf je zoiets van mij te denken? Schaam je!’ Dit slag mensen kijkt niet graag naar zichzelf. Ze klagen liever over wat er mis is met anderen, en schuiven hun eigen mankementen bij voorkeur een ander in de schoenen, want ‘het is allemaal hún schuld!’ Zo ongeveer zit deze opgeblazen, ziekelijke kwast in elkaar.
Hoezeer ik het ook probeer, ik kan absoluut geen greintje medeleven meer voor hem voelen. Goed, dat is mijn zwakheid. Maar daarentegen heb ik wel begrip voor zijn reactie. Want je kunt toch niet verwachten dat iemand die zo’n volkomen gestoord beeld van zichzelf en van zijn vader heeft, zichzelf of zijn vader kan herkennen in de spiegel die Realiteit heet? Dat is gewoon te veel gevraagd. Zelfkennis staat vast niet in het woordenboek van dit gemankeerde schildertje, óf hij is nog niet bij de Z aanbeland. Hij is blijven hangen bij de J of zo. Nooit heeft hij naar me willen luisteren.

"Waar haal je het lef vandaan!", zegt hij woest. "Hoe durf je mijn vader zo door het slijk te halen! Door de stront, door de bagger! En je geniet er ook nog van! Wacht maar mens, ik zal je krijgen. Alles waar jij voor staat, zal ik belachelijk maken. Je zult smeken dat je nooit geboren was! Met mijn kunst zal ik je aan de schandpaal nagelen! Ik zal je publiekelijk bespotten, mensen zullen je nawijzen! En als het met mijn schilderijen niet lukt, dan vind ik wel andere wegen. Ik maak je kapot!"
Mirjam kijkt hem met grote ogen aan.

Ik wou dat ik hem kon tegenhouden, deze geschiedenis kon stopzetten, hem vertellen dat zijn ambities gedoemd zijn te mislukken, maar het is te laat. Nooit heeft hij willen luisteren en nu is hij voorbij elk zinnig advies, van God los, het zal nooit meer goed komen met hem. Ik zie het aan zijn ogen, hij is niet meer voor rede vatbaar. Ik voel hoe de blinde waanzin en afgunst door zijn lijf raast. Het voelt alsof ik gefaald heb. Hoe heeft het zo ver kunnen komen.
(Wat afgunst allemaal met je kan doen. En, nog duizenden malen erger: wat je een ander daarmee kunt aandoen. Waarvoor heeft God afgunst toch uitgevonden? Het geeft jezelf een rotgevoel, het geeft de ander een rotgevoel. Misschien zouden we iets met elkaar moeten afspreken. Dat we nooit meer afgunstig zijn of zo. Dat we ons niets minder, maar ook niets méér waard voelen dan een ander. Omdat we dát niet meer willen. Nooit meer.) Mijn God, wat voel ik een medelijden voor Mirjam. Arm kind.

“Mirjam,” zo gaat hij schuimbekkend verder, “jij krijgt gruwelijk veel spijt van jouw spot! Daar ga ik voor zorgen. Luister toch naar jezelf. Kíjk toch naar jezelf - zoals je daar nu zit. Ik realiseer me nu des te meer hoe superieur ik ben en mijn vader was, vergeleken met jou en je betekenisloze moedertje. Wie ben jij nou? Wát ben jij nou? Níets ben je! Alles wat geen waarde heeft, is in jou vertegenwoordigd. Zoals je zomaar mijn leven binnenwandelt en mijn familienaam te schande maakt vertrapt! Van nu af aan stel ik mij ten doel om de naam van mijn vader te zuiveren! Alles, ja alles waar jij voor staat - de nouveau riche, de schaamteloze oppervlakkigheid - zal ik aan de kaak stellen. De leegheid en huichelachtigheid daarvan zal ik aantonen. Ik beloof het je, ik zweer het je: ik zal mijn familienaam in ere herstellen. Mijn nageslacht zal er trots op zijn om Hitler te heten!”

Reactie insturen
Graag eerst...

Inloggen of Registreren
Re: Crisis (de machteloosheid
Reactie gegeven door nico - 20:58 17-01-2006 Stuur e-mail Profiel bekijken van voet
Zinvolle suggesties arno, ga ik mee aan de slag. En bedankt dat je als poet de moeite hebt genomen om dit - toch niet al te korte - stukkie proza door te lopen! Ik denk dat ik weet hoe dat voelt, want ik heb zoiets met gedichten...
Groeten, nico

Re: Crisis (de machteloosheid van een engel)
Reactie gegeven door nico - 20:53 17-01-2006 Stuur e-mail Profiel bekijken van voet
Hoi hpsbitter, je hebt gelijk, het moet denk ik meer 'blaffen'. Of het te netjes is, zoals je zegt, daar ben ik niet van overtuigd, wel dat het meer gesnauwd en gekauwd moet worden uitgekraamd. Ga ik aan werken. Dankjewel voor je suggestie.
Groeten, nico

Crisis (de machteloosheid van een engel)
Reactie gegeven door hspbitter - 15:27 17-01-2006 Stuur e-mail Profiel bekijken van voet
Dag nico, anna maria heeft inderdaad al het een en ander verduidelijkt wat mij betreft. Wat het taalgebruik betreft, een voorbeeld:
[quote]Mirjam, zo gaat hij schuimbekkend verder, je kunt hier dan wel mijn vader bespotten, maar ik zal je krijgen. Nu ik jou hoor, nu ik jou zie zoals je daar nu zit, realiseer ik me des te meer hoe superieur ik ben en mijn vader was, vergeleken met jou en je betekenisloze moedertje. Wie ben jij eigenlijk? Wt ben jij eigenlijk? Nts ben je. Alles wat geen waarde heeft, is in jou vertegenwoordigd. Hoe durf je zomaar mijn leven binnen te wandelen en mijn familienaam te schande te maken en te vertrappen! Van nu af aan stel ik mij ten doel om de naam van mijn vader te zuiveren en alles, ja alles waar jij voor staat, de nouveau riche, zal ik aan de kaak stellen en de leegheid en huichelachtigheid daarvan aantonen. Ik beloof en zweer het je, ik zal mijn familienaam in ere herstellen.[/quote]
Mijn kritiek is dat niemand deze tekst zo zal uitspreken, het is een geschreven tekst en daarom als onderdeel van een dialoog ongeschikt. Daarbij is de frasering avn wat deze woedende persoon zeggen wil veel te ingehouden, veel te netjes zo je wilt, je leest het zo in Karl May en andere negentiende-eeuwers, toen vloeken en tieren in het openbaar en in boeken nog een doodzonde was. En zeg nu zelf: als jij echt woest bent, heb jij dan adem voor zulke lange zinnen? Hierin zit zelfs nog een goede mogelijkheid om het verhaal te verbeteren, omdat dat korte afgebetene kenmerkend is voor het geschreeuw van Adolf H. Zo vader zo zoon, zal de lezer dan ervaren.

Ik las "proza" en denk dan dat het literair bedoeld is. Daar kan ik me natuurlijk in vergissen. Dat "literaire" waar ik op doelde zit hem ook in het "plechtige" taalgebruik, waarover ik het reeds had.

Re: Crisis (de machteloosheid van een engel)
Reactie gegeven door nico - 20:58 16-01-2006 Stuur e-mail Profiel bekijken van voet
Dankjewel anna maria! Ik denk dat je gelijk hebt, het verhaalperspectief moet scherper. Puur filmisch, met ertussendoor de beschouwingen/invulling van de engel - want dat moet het denk ik wel blijven, gelet op de historische context waarin ik het verhaal pretendeer te plaatsen. En die bijv. nw... dat is pijnlijk! Dat ik dat zelf niet gezien heb. Bedankt!
Groeten, nico

Re: Crisis (de machteloosheid
Reactie gegeven door nico - 18:37 16-01-2006 Stuur e-mail Profiel bekijken van voet
Dankjewel voor je toelichting hspbitter. Ik moet zeggen dat ik zelf twijfels had om dit idee uit te werken. Het gaat er m.i. dan om om het niet te zwaar en zeker ook niet te licht te maken. Zelf heb/had ik het idee dat ik met de toevoeging van de commentaar gevende engel daar redelijk in ben geslaagd. Kun je een voorbeeld geven van matig of opgelegd kunstig taalgebruik? Dan begrijp ik misschien beter wat je bedoelt. Ik ben het met je eens dat - met name - de mannelijke hoofdpersoon zichzelf verrekte serieus neemt. En dat je daar niet tegen kan, beschouw ik een klein beetje als een compliment - het s immers een personage dat zichzelf stuitend serieus neemt... Zou je willen uitleggen wat je bedoelt met literaire of psychologische bescheidenheid? Dit verhaal heeft naar mijn idee weinig literaire pretenties, dus ik kan jouw opmerking daarover niet goed plaatsen.
Groeten, nico

Re: Crisis (de machteloosheid
Reactie gegeven door hspbitter - 12:54 16-01-2006 Stuur e-mail Profiel bekijken van voet
Ik ben er niet kapot van. Laat me uitleggen waarom. De opbouw is er duidelijk op gericht om de lezer aan het eind op het verkeerde been te zetten. De naam "Hitler" heeft daarbij een gewicht van zes miljoen ton, dus dat hakt er wel in. maar dat is het dan. Bij de tweede lezing weet je al wat er komt en je (dat wil zeggen, ik) wordt niet geboeid door wat er staat. Op veel plekken vind ik het taalgebruik ook zeer matig, veel te veel voor de hand liggend en dan opeens weer zo opgelegd "kunstig".
De hoofdpersonen nemen zichzelf ook zo verrekte serieus, misschien is dat het wel waar ik niet tegen kan. Ik kan ze niet (h)erkennen als mensen van vlees en bloed, maar het zijn ideeendragers, de grootduitse zoon van de grootduitser en de buitenechtelijke joodse dochter die het ongeluk van haar volksgenoten aan haar moeder te danken heeft.
Volgens mij kun je dit gegeven, mits veel subtieler uitgewerkt en beschreven met zowel literaire als psychologische bescheidenheid, tot een veel beter resultaat brengen.

Re: Crisis (de machteloosheid
Reactie gegeven door nico - 12:50 14-01-2006 Stuur e-mail Profiel bekijken van voet
Dankjewel voor je reactie Buigt, en de twee slippertjes heb ik aangepast.

nico

Crisis (de machteloosheid
Reactie gegeven door Buigt - 12:27 14-01-2006 Stuur e-mail Profiel bekijken van voet
Een goed geschreven verhaal vind ik. Een psychologische exercitie. In elkaar grijpende perspectieven. Heel mooi is de moralist op de achtergrond. Geweldige opbouw, zovan onschuld naar hitler. En ik heb het twee keer gelezen om alles te checken.

Daarbij zijn me twee kleinere foutjes opgevallen:

hij (heeft) dus een affaire met mijn moeder gehad. En iets verder in dezelfde alinea: sloeg (hij) om als een blad.

In de langere alinea's zou ik voor de schermleesbaarheid wat witregels invoegen.

Maar verder en in totaal een stuk dat je in ieder ambitieus literair circus graag geniet. Applaus dus vanaf de rangen. Mr!

Buigt


De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
2006-2024 © Bizway - BTW nr. NL821748014.B01 - KvK 28086287