|
Ze monden uit in tijdskanalen
Of (bij jou) een stadse gracht
Elk ontstaan uit bronverhalen
Elk verjaard op eigen kracht
Groeit uit grond (en zielendromen)
Glooiend naast een diep ravijn
Landschap waar (door lavastromen)
Beken slechts nog groeven zijn
‘t Zijn de lijnen op je handen
(hier en daar een groef ontzien)
Bedelend langs aderstranden
Barsten kades los, misschien,
Merk jij op: rivieren stromen!
Vlaggen niet meer halfstok!
Dijken zullen overstromen!
Elk tot aan een vingertop!
Maar! Alvorens dammen breken
(de kwelling, lief, der sensitiviteit)
Ballen vuisten om te wreken
Smekend om verleden tijd
|