Hoofdmenu
    Hoofdpagina
    Gedichten
    Auteurs
    Zoeken
    Reacties
    Insturen
    Voorwaarden
    Greencard
    Contact

  Inloggen
 

  Registreren
  Wachtwoord vergeten

  Laatste 35 reacties
 
re: FEESTDiotheC...
re: Lezenwietewu...
re: Lezenwietewu...
re: FEESTSoit
re: FEESTSoit
re: vegannis...MirandaMei
re: FEESTMirandaMei
re: InktDiotheC...
re: Pasen aa...Tsila
re: Inktwijnand
re: vegannis...Erik Le...
re: vegannis...Mr.Deuce
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktLetItAl...
re: InktBuigt
re: Inktcoolbur...
re: InktDiotheC...
re: Inktwijnand
re: Inktcoolbur...
re: Inktwijnand
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: InktDiotheC...
re: (G)razen...coolbur...
re: Spokencoolbur...
re: De geur ...Claudel...
re: SpokenClaudel...
re: vegannis...Erik Le...
re: [30-007]...Claudel...
re: Morsewijnand
re: Herderst...coolbur...
re: Nimfomaniakcoolbur...
re: Brozen d...MirandaMei
 Meer reacties

  Laatste 25 gedichten
 
Inktcoolbur...
vegannisatieErik Le...
The African ...Claudel...
Licence to k...Claudel...
I wanna be y...Claudel...
Waar is Stev...Claudel...
alweer bijna...DiotheC...
Con-textdegon valk
Stop de tijd !!Claudel...
Tattoo you Claudel...
Zo'n dagDiotheC...
Een HuisHenk Gruys
herfst 2019augusta
FEESTSoit
Filosoof in ...Claudel...
bewegingenErik Le...
dubbellevenErik Le...
Claude Money?Claudel...
Brothers in ...Claudel...
Beast of bur...Claudel...
VogelsMarkeR
SleutelsHenk Gruys
Renee, remem...Claudel...
ViltjeSoit
Adem voor ad...seline168
 Meer gedichten
De Baby (slot)
 Henk Gruys - 09:15 20-02-2015 Stuur e-mail  Profiel bekijken van Henk Gruys  Bekijk statistieken van dit gedicht 

De Baby (slot)

– Bij de kinderwagen keerde de vrouw zich af en liep weg, aanvankelijk resoluut, maar niet ver. Ze scheen te aarzelen. De agent trok rustig zijn handschoenen aan en keek naar de lucht of hij tegen beter weten in regen verwachtte. De aanwezigheid van de vrouw scheen hij niet op te merken. Hij wilde juist zijn motor starten, toen zij hem aanklampte.
    Hij was veel kleiner dan zij, voor het beroep krap aan de voorgeschreven maat vermoedde ik, zodat hij het hoofd in de nek moest gooien om haar aan te kijken. Ze gingen in gesprek, waarbij de vrouw een paar keer naar de ansichten wees. – Wat mankeerde daaraan? Stonden er obscene voorstellingen op? Was zij van streng geloof of zoiets?.. Ik zag hen praten, de ontdaan lijkende vrouw en de stoïcijnse kleine agent. Maar toen bleek dat niet de kaarten, maar eerder de kinderwagen er iets mee van doen had. Of daar een kind in lag, was niet te zien. De agent luisterde zo leek het nogal sceptisch, maar parkeerde toch zijn motor.
    Ach, wat had ik er eigenlijk mee te maken. Ik wilde mij net weer met mijn roman bezighouden, toen dat bouwvallige winkeltje mijn aandacht trok. Op het dak verscheen een man, met een witte overall aan. Hij liep naar de uiterste rand en blikte behoedzaam omlaag; net of hij naar beneden wou springen. Maar dat deed hij niet; hij haalde een grote rode trechter achter zijn rug vandaan, drukte op een knopje en zette hem aan de mond. Een megafoon. Enig geluid kon ik niet opvangen, – of het apparaat was defect. Ik zag dat hij het heen en weer schudde, er tegen tikte met zijn vinger. Toen keerde hij zich om en verdween weer uit het gezicht.
    De agent en de vrouw waren nu in gesprek. De vrouw leek steeds ongeruster te worden. De agent draaide zich een beetje om naar de kinderwagen, alsof hij eigenlijk niet geloofde wat hem werd verteld. Ik had geen idee wat dit alles te betekenen had.
    Er waren een paar voorbijgangers blijven staan; een jongen met een fiets en een man met twee witte poedeltjes. De honden wilden tegen de agent opspringen, maar de man trok ze aan de riem terug, zodat ze op de achterpoten stonden.
    Men groepte bij de kinderwagen en scheen te overleggen wat er moest gebeuren. Ik was nieuwsgierig en stond op om alles beter te kunnen volgen. Ik zou er misschien naartoe kunnen lopen, maar ik had het gevoel dat er iets heel vervelends aan de hand was, waar ik vrij slecht tegen kan. Nee, ik bleef waar ik was, op veilige afstand.
    Het straatverkeer begon in te houden. Er stond al meteen een rijtje auto's waarvan de bestuurders, vooral de achtersten, die niets konden zien, begonnen te claxonneren. Mijn roman was nu definitief op de achtergrond geraakt en ik hield me nog bezig met wat ik zag.
    De agent trok zijn handschoenen uit en ging zich bemoeien met het verkeer. De schrille tonen uit zijn politiefluit die zijn stramme armgebaren begeleidden, overstemden de claxons. De bedoeling was de nieuwsgierigen tot doorrijden te bewegen, maar hij leek eerder een discussie tussen hen op gang te brengen.
    Voor de verandering keek maar eens helemaal naar rechts. Daar was, nog voorbij het tweede zijgrachtje, een plomp grijs vrachtwagentje verschenen. Het had bovenop een lange buis die dubbelgeknakt over de cabine lag. Het vertoonde het uiterlijk van een dier en suggereerde ook verder iets dierlijks. Was dit soms de olifant met lange snuit, en blies hij het verhaaltje uit?
    Door de komst van de agent was het geclaxoneer opgehouden, maar nu vervangen door iets anders. De man op het dak was terug; hij had zijn elektronische stentor aan de praat gekregen en riep iets in de conus, korte uitgesproken zinnen die ik ondanks snerpend volume en dynamiek niet verstond.
    Ik zag nu een stukje van de baby in de wagen. Het was een flink kind kon je wel zeggen, roze als een varken, met een roodwit truitje aan en een zelfde muts op. Het stak aan het voeteneind met zijn blote been een stukje over de rand.
    En telkens als de man op het dak het apparaat aan de mond zette, leek het kind in de wagen van schrik op te veren; als werd het schoksgewijs opgeblazen als een ballon.
    Toen keek ik weer naar dat grijze vrachtwagentje. Het was doorgereden tot de hoop zand. Het portier zwaaide open en de chauffeur sprong op het asfalt. Hij liep opzij, trok van het dak de gevouwen buis naar voren en stak het eind in de tent met het vlaggetje. Het was zo'n rioolzuiger, met kop die op zoek is naar droes,een met een kaarsrechte uitlaatpijp bovenop de auto.
    Er vertoonde zich niemand anders bij de olifantauto. Ook in het tentje met het vlaggetje was geen beweging te zien. Ik zag dat de chauffeur kalm terugliep naar de cabine en het portier opende.
    Toen gaf hij motor vol gas.
    – Een vreselijke rioolstank golfde nu de straat in te golven. Het was of alle beerputten van de stad allemaal tegelijk werden geopend; of dat de sterk vergrote poepluiers van het opgeblazen kind in ene aan de lucht werden blootgesteld. En dat met die hitte! En dan was de wind ook nog mijn kant op! De agent staakte het gesprek en vluchtte lachend en bokkesprongen makend of hij werd gekieteld, het bureau in. De buitendeur sloeg met een knal achter hem dicht. Van de kinderwagen renden de mensen allemaal weg en verspreidden zich naar alle kanten.
    Ik lette niet meer op de baby en de man op het dak. Ik sprong van de bank en holde kokhalzend dwars door de walm van rotte eieren, droesem, poep en blubber terug naar het postkantoor. Tanya daalde net de stoep af.
    Haar gezicht was bezweet, ze blies wat blonde haren weg en wuifde zich met een folder van de posterijen koelte toe.
    Ze zei: "Poeh, wat duurde dat lang! En altijd wàt daar, zoals gebruikelijk. Nou was het pakje weer te licht voor zijn formaat. – Zit er soms een luchtballon in, vroegen ze. Grapjes in plaats van service. Maar het is afgegeven. – Heb je je verveeld, of heb je zitten slapen op die bank? – Wat moest je nu zo rennen met die hitte? "
    Ik was weer een beetje op adem. "Geslapen heb ik niet," zei ik. "Integendeel..." Er viel me op het moment niet in hoe ik geloofwaardig over de stank zou beginnen, want ik begon alles zeer belachelijk te vinden.
    We liepen de straat uit, steeds vlugger. Op het eind bijna hollend, en zwetend, maar gelukkig steeds verder van die beerputlucht af. "Wat een stank niet?!" wilde ik roepen. Maar dit was onzin, want er was waar we stonden niets te bespeuren, of je moest het je verbeelden. "Ruik jij soms nog iets?" – Tanya antwoordde dat ze misschien wel iets rook, maar niet extreem. "Waarom hollen we eigenlijk zo?"
    We hernamen een rustiger tempo, staken over en gingen de brug over, naar de eerste gracht waar onze auto stond. Hopelijk niet in de brandende zon.
    Maar onbezorgd leek Tanya niet meer, wat ik niet direct begreep. En ineens hield zij me tegen. "Moet je eens kijken!" riep ze. "Wat is dat nou?! Dat is toch niet normaal!!..... Nee zeg!! Moet je zien!! Oehh! oh ik moet er bijna van spugen!"
    Het leek of zij wilde omkeren, desnoods het pad langs de gracht afhollen, alleen maar om weg te wezen!
    Toen zag ik het. Half achter de gebouwen was het roze gezicht van de baby te zien; en hoe! Bol, blekig opgeblazen en met een rare grijnslach. Zwartachtige gaten van verrotting er reeds in, en een half vergaan scheef babymondje, dat de expressie van treurnis uitdroeg over de hele mensheid en haar tragische lot.
    Ook nu klonk steeds de stem van de megafoon, luider en onheilspellender dan daarstraks, hoewel steeds onverstaanbaar. – Op een of andere wijze gaf hij het signaal af dat hij daar niet voor niets stond.
    Langzaam kantelde boven de huizen het bolle gezicht van het kind als een ballon naar voren.
    En over de daken en de straat trok snel een zwarte schaduw ervan recht op ons toe.

Reactie insturen
Graag eerst...

Inloggen of Registreren
De Baby (slot)
Reactie gegeven door Henk Gruys - 16:16 23-02-2015 Stuur e-mail Profiel bekijken van voet
Bedankt, ghijze voor je positieve reactie.
Met groet van Henk

re: De Baby (slot)
Reactie gegeven door kiste - 19:30 22-02-2015 Stuur e-mail Profiel bekijken van voet
Goed opgevoerde spanning!


De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
2006-2024 © Bizway - BTW nr. NL821748014.B01 - KvK 28086287