|
De man genoot van 't zomerweer
in 't bos. De lucht was blauw.
Hij streek er op een bankje neer.
't Was naast een mooie vrouw.
' 'k Ben hetero,' verklaarde hij
met uitgestoken hand.
'Dat ben ik óók,' bekende zij.
Dit schiep meteen een band.
Ze had de ogen van een hert
en Amor schoot niet mis,
zodat de band een ringband werd:
een echtverbintenis.
- En na het jawoord ging het paar
per vliegtuig richting Wenen.
Nog nimmer had de zon voor haar
en hem zo fijn geschenen.
Met blij gemoed beminden beiden
elkander meer en meer.
- Gelukkig, tot de dood hen scheidde.
Het toestel stortte neer.
|