ze heeft zich met kleine ankertjes
in mijn binnenwereld gehaakt
verheven boven vod met kroeghuid,
nonchalante geilheid en waterogen
ze gebood mij
staar mij aan
geniet mij en stoor
bebid mij niet
zon op dak en brekende sneeuw
ik mag zo graag kreunen op macho
ze heeft zich al gevaarlijk ingezet
haar fiets wacht voor het eerst
tegen mijn schuurtje