|
|
Hij stapte met nerveuze gedrevenheid voort; de spijkerbroek veel te ruim voor zijn benen. De vrouw die achter hem aan stapte leek net een klein paardje, met het kittige geklikklak van haar afgesleten hakjes en haar sluike manen. Nou ja een schillenpaardje dan. ‘Wacht Sjon,’ riep ze, waarop ze haar neus met een ratelend geluid ophaalde. -‘Sodemieter op, wijf’, was zijn reactie, maar zij zette een drafje in. Ik hing uit mijn raam en keek naar beneden omdat ik vrienden verwachtte en naar ze uitzag. En om te checken of mijn fiets er nog stond, want dit is een fijne oude buurt, maar wel een met gebruiksaanwijzing. ‘Toe nou Sjon’, smeekte ze: ‘als ik wat heb, dan deel ik toch ook?’ ‘Fuck you, kankerwijf, jij deelt godverdomme zelfs wat je nÃet hebt!’ ‘Ja, maar schat, wist ik dat die horse nep was?’ ‘Help me nou toch lieverd; ik ben zo ziek; zo kan ik niet werken!’ Dat laatste argument leek hem aan te spreken. Hij vertraagde enigszins zijn pas, nog wel geïrriteerd, zodat zij in draf naast hem kon komen. Toen sloeg hij zijn arm om haar schouder. ‘Kom dan, stuk, we gaan scoren’, zei hij. Nu liepen ze langs mijn fiets. Ik durfde nauwelijks te ademen; het voelde alsof ik een jury oordeel afwachtte. Zijn blik gleed routineus langs de sloten, maar blijkbaar vormden ze geen uitdaging. Langzaam ademde ik uit. Toen ze uit zicht waren sloot ik het raam en wierp een keurende blik op de gedekte kersttafel, met de rode servetten en zilverkleurige kaarsen. ‘Precies goed’, vond ik. Even later ging dan eindelijk de bel. Het werd een fijne avond, zo’n zeldzame, met gesprekken over vriendschap en het leven. Vroeg in de morgen vertrokken mijn gasten en ik keek vanuit het raam hoe ze aangeschoten de straat uitfietsen. Ik voelde me heerlijk en voldaan. Kijk nou toch eens: daar was dat stel van eerder weer. Zij liep voorop en hij sukkelde erachteraan, van links naar rechts zwaaiend, met zijn hoofd scheef naar beneden hangend. Ik kon zijn ogen hiervandaan niet zien, maar ik wist dat zijn pupillen speldenknopjes in een lege blauwe zee waren. Een golf van nostalgie nam me heel even; één seconde mee. De vrouw droeg een zilveren slinger over haar schouders; een stukje kerstversiering dat ze blijkbaar ergens was tegengekomen. Het was nogal een contrast met dat grauwbleke meisje, maar ze voelde zich er mooi mee en ze straalde van levenslust. Ze danste bijna door de straat. Even zag ik haar zoals ze had moeten zijn, nee, zoals ze zou kùnnen zijn. Nu zag ik pas hoe jong ze was en dat haar leven nog voor haar lag. ‘Schatje, engel, wacht nou even!’ Jengelde haar Sjon, die gedesoriënteerd tegen een boom hing. Ze minderde vaart, zodat hij haar smalle schouder kon vinden. De glans was alweer verdwenen.
|
|
|
Reactie gegeven door Beli - 01:10 29-01-2007 |
|
|
|
Spreektaal verwerken ís soms moeilijk, vooral als het om om geschreven (verzonnen) personnages gaat. Het blijft een kwestie van laveren tussen de eigen ervaringen en dat, wat voor de lezer geloofwaardig is.
En dan moet het ook nog voldoen aan allerlei persoonlijke eisen voor al of niet mooi taalgebruik...Kortom; het blijft zweten en ploeteren en je doel is bereikt wanneer de lezer daar niets van merkt.
Ha...je maakt me wel nieuwsgierig naar je verhaal! Dat autisme is een interessant gegeven; de lezer zou dus worden meegezogen in de gedachtengang van een hoofdpersoon waar hij(zij) in het werkelijke leven niets van begrijpt. Ja, dat vind ik wel een mooi plan!
En met je begin ben je al goed op weg denk ik...een autist (een intelligente) zou de gebeurtenissen waarschijnlijk met dezelfde afstandelijkheid en concentratie op details beschrijven als jij het daar doet. Dat, wat ik als zwarte humor lees, zou dan wel eens doodserieus bedoeld kunnen zijn; een misverstand dat wel vaker tussen autisten en niet-autisten bestaat en wat ik op zich dan juist wel weer komisch vind :-)
Ik hoop dat het gaat lukken met je verhaal, maar eerlijk gezegd heb ik er wel vertrouwen in.
groet,
|
|
Reactie gegeven door ray - 00:36 29-01-2007 |
|
|
|
overigens vind ik je spreektaal heel natuurlijk, soms iets grof (dempt het personage) ik ben zelf slecht in het verwerken van spreektaal in proza. Gelukkig is de hoofdpersoon (...) in het hoofd een echte autist.
Ik wil geloofwaardig gaan maken dat de moeder nog leeft (in tegenstelling tot de openingszin) en dat 'ik' papa in de erwtensoep gedrukt heeft.
groet Ray
|
|
Reactie gegeven door Beli - 00:12 29-01-2007 |
|
|
|
Hoi Ray,
Hehe, eindelijk!
Dankjewel voor het lezen en ik ben blij met je reactie.
Mijn verslaafden zijn geen weggooimensen; althans dat hoop ik...heb zelf het een en ander op dit gebied meegemaakt en heel soms zie ik mezelf van dertig jaar geleden langskomen. Met dat meisje komt het vast nog wel goed :-)
Groet,
|
|
Reactie gegeven door ray - 00:02 29-01-2007 |
|
|
|
de titel lijkt een beetje op
'mijn liefje mijn duifje'
|
|
Reactie gegeven door ray - 23:59 28-01-2007 |
|
|
|
Column achtige proza. Het dualisme in het personage van het meisje is geloofwaardig weergegeven (ze is mens ondanks haar drugsgebruik)
Junks, ook de volhardende zijn ook mensen. Nooit vergeet ik de 'junk' die mij om een shagje vroeg. Ik gaf hem een pakje met wat kruim en zei 'kun je houden'. Hij antwoordde 'ik neem alleen wat ik nodig heb'. Gaf me mijn pakje terug Staaltje dualisme vond ik dat.
Sorry dat ik een beetje sentimenteel overkom, ik heb wat gedronken, mijn weekend begint nu pas
:-D
|
De gedichten die ingezonden zijn op de website van de lettertempel en e.v.t. toekomst projecten die gekoppeld zijn aan de lettertempel blijven ten alle tijden eigendom van de feitelijke auteur van het gedicht. Zonder toestemming van de feitelijk auteur mogen de gedichten niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen op deze site en indien hier toestemming voor gegeven is door de feitelijke auteur het uitgeven van de gedichten door lettertempel zelf. Mocht er sprake zijn van misbruik van de content en de gedichten die gepubliceerd zijn op deze site door wat dan ook dan zullen er hoe dan ook (in samenspraak met de auteur) stappen worden ondernomen.
|
|