Het straatbeeld belooft weinig goeds.
Ik neem het in me op voor later.
Mochten mijn kinderen vragen
naar dit uur, deze dag, dit beeld,
dan kan ik boeiend verhalen, wat heet:
ik zal ze wijzen op het gemene van
de maandag. Dat er zelden iets goeds
van komt, behalve met Pasen een keer
en dat de mensen maar af en aan gaan
op een draf of lome sukkelstap.
Ze zullen bewonderend kijken naar
mijn krachtige trekken die gevormd
zijn door het grimmig loeren door
het raam en de prachtige wankele
wanhoop die mij deed overleven
tot op de vreselijke dag van dan.
Zo ver is het nog lang niet.
Eerst gewoon doen, bezig blijven.
De kwade bodem is bemest en ik
blijf wel water geven.